Van der Heem N.V. 

en aanverwante bedrijven - Den Haag, Utrecht en Sneek

 

Home

Historie

ERRES producten

Professionele apparatuur

Solex

ENAF, Indoheem, etc.

Diverse info

Foto's

Logo's

Links

Oproepen en berichten

Sitemap

Verantwoording

Uit de VDH-keuken:

Laboratorium

Utrecht

door Ir. J. Keuning

.

Onderstaand artikel is gepubliceerd in het VDH-tje Nr. 669 van 12 november 1960. Het is een van de artikelen  in de serie 'Uit de VDH-keuken', deze artikelen verschenen met enige regelmaat in het personeelsblaadje. Zij werden geschreven door de desbetreffende afdelings-chefs, in dit geval de heer J. Keuning.
Bij de naam laboratorium is men onwillekeurig geneigd te denken aan een ontwikkel- of researchlaboratorium, zoals is deze serie al eerder is beschreven bij de beschouwing van de Haagse laboratoria.

Een jaar of acht geleden was het laboratorium te Utrecht inderdaad de "probleemafdeling", waar getracht werd een oplossing te vinden voor de diverse problemen die zich tijdens de fabricage van de Utrechtse produkten voordeden. 

Zo langzamerhand heeft deze afdeling zich echter ontwikkeld tot wat we zouden kunnen noemen de "kwaliteitsdienst" van de fabriek Utrecht. Deze afdeling tracht namelijk samen met de producerende afdelingen en dikwijls in overleg met de ontwerpafdeling 1. de kwaliteit op peil te houden, 2. indien mogelijk de kwaliteit te verbeteren bij dezelfde kostprijs, 3. indien noodzakelijk de kwaliteit te verbeteren ondanks hogere kostprijs.

Deze kwaliteitstaak kan in grote lijnen in vier fasen worden onderverdeeld:

  1. zorgen dat de te verwerken materialen de juiste kwaliteit hebben;
  2. de benodigde technische gegevens verstrekken;
  3. de nodige produktietechnische hulp verlenen aan de producerende afdelingen;
  4. de oorzaken opsporen waarom de kwaliteit van de gefabriceerde half- en eindprodukten afwijken van de daarvoor vastgestelde normen. 

De afdeling Inkomende goederen controle is er voor verantwoordelijk, dat de materialen die in de producerende afdeling komen van de voorgeschreven kwaliteit zijn. Dit betekent dus bij binnenkomst van de goederen: controleren en goed- of afkeuren.

Indien de produkten afgekeurd moeten worden, dan wil dat nog niet altijd zeggen dat ze ook niet kunnen worden verwerkt. Er moet dan worden nagegaan of door bepaalde extra maatregelen een dergelijke afkeurpartij toch nog te verwerken is en wat hiervan bij voorbeeld de prijsconsequentie zijn. Ook is het mogelijk dat aan een bepaald produkt op tekening eisen worden gesteld die van geen invloed zijn op het uiteindelijke resultaat. In een dergelijk geval moet er met de ontwerpafdeling overleg worden gepleegd of deze eisen niet moeten worden aangepast.

Indien het produkt echter fout is, zal er via de afdeling Inkoop contact moeten worden opgenomen met de leverancier. Dit kan dikwijls leiden tot een technisch gesprek met de betrokkenen om te komen tot een betere constructieve oplossing, een andere fabricagemethode of iets dergelijks. Dit is natuurlijk uitermate belangrijk om in de toekomst herhaling van afkeuring zoveel mogelijk trachten te voorkomen.

Het laboratorium heeft ook tot taak te zorgen dat de diverse afdelingen over de juiste gegevens beschikken, waaraan een te fabriceren produkt moet voldoen. Hieronder valt de distributie van de tekeningen en stuklijsten, die als acutes (een calque van een calque) door de afdeling Codering aan de fabriek Utrecht worden verstrekt.

Verder behoren tot deze groep van technische gegevens de diverse voorschriftbladen. (M-., G-, A- en V700-bladen). Indien gewenst kan het laboratorium buiten deze bladen om ook zelf nog bepaalde voorschriften doen uitgaan, zoals extra controlevoorschriften en technische instructies.

Een geheel andere taak van het laboratorium is het verlenen van hulp, indien bepaalde produkten in de fabricage moeilijkheden geven, hetgeen meestal aan de gereedproduktbanden tot uiting komt. Er moet dan nagegaan worden wat hiervan de oorzaak is en een oplossing hiervoor worden gezocht. Dit kan zijn dat een bepaald onderdeel niet juist is of dat de constructie erg kritisch is. Dit kan weer aanleiding zijn tot een voorstel tot wijzigen van een onderdeel. Ook kunnen andere afdelingen wijzigingsvoorstellen indienen. Deze worden echter alle centraal door het laboratorium ingediend bij de wijzigingsvergadering en in overleg met het Constructiebureau afgehandeld.

Aangezien een wijziging ook naar buiten zijn gevolgen kan hebben, wordt de invoering van belangrijke wijzigingen versneld op de bandbaasrapporten vermeld. Aan de hand hiervan stelt het laboratorium een wekelijks rapport op, hetwelk aan de belanghebbende afdelingen wordt verstrekt.

Zoals bekend, kennen wij niet een centrale controle-afdeling in de produktie. Om toch tot een gezamenlijk overzicht te komen van de kwaliteit, worden alle controleresultaten, gedeeltelijk statistisch - door het laboratorium verzameld. Deze controleresultaten zijn zowel afkomstig van de controleurs van de halffabrikaat- en gereedproduktbanden, als wel van de afnamecontroleurs.

Deze gegevens worden in een zes-wekelijks rapport vastgelegd en verstrekt aan de bedrijfsleiding en de afdelingschefs, die dan indien nodig, de gewenste maatregelen kunnen treffen. Een tweede bron van informatie op dit terrein is de afdeling Remplace, die dus het uitvalmateriaal afvoert. Hiervan worden wekelijks rapporten opgesteld, aan de hand waarvan ook een beeld van de fabricagekwaliteit wordt verkregen. Daarnaast wordt getracht zoveel mogelijk nog een nuttige bestemming aan het remplacemateriaal te geven. 

.

VDH