Van der Heem N.V. en aanverwante bedrijven - Den Haag, Utrecht en Sneek |
||
Uit de VDH-keuken: MECHANISCHE AFDELING T.C. door M.C. Overduin |
Telecommunicatie |
|
Onderstaand artikel is gepubliceerd in het VDH-tje Nr. 565 van 13 september 1958. Het is een van de artikelen in de serie 'Uit de VDH-keuken', deze artikelen verschenen met enige regelmaat in het personeelsblaadje. Zij werden geschreven door de desbetreffende afdelings-chefs, in dit geval de heer M.C. Overduin. | ||
Mechanische Afdeling T.C.
Waarschijnlijk zegt deze benaming velen van u niets. Had er echter boven gestaan "De kelder van de Telco", dan had u geweten welke afdeling er nu aan de beurt is, om in de krant te komen. Ik geef toe dat de bovenstaande titel een beetje misleidend is. U zoudt kunnen denken dat u met een stel robots te maken hebt, die in de "kelder" van het Telco-gebouw bij voorbeeld door middel van signalen, elektrisch en mechanisch worden bewogen. Misschien brengt het woord kelder gedachtenassociaties mee over de een of andere donkere ruimte, waar moderne mechanische alchimisten een geheim brouwsel maken, waarmee hun meesters de steen der wijzen hopen te vinden. Nee, die naam Mechanische Afdeling T.C. heeft ons op
een heel verkeerd spoor gebracht. In die zogenaamde Telco-kelder
werken doodgewone jongens, die met elkaar een goed produkt trachten
te maken, onder omstandigheden, die wel enigszins verschillen met
die van de bovengrondse afdelingen.
Nu zoudt u kunnen denken dat er bij Van der Heem ook
"ondergrondse" activiteiten worden ontwikkeld. En dat is
ook wel zo, maar daarvan hoeft u niet te schrikken! Want weet u, dat
het īs winters in de kelder heerlijk warm is en īs zomers
daarentegen verademend koel? Bovendien zorgt de TL-verlichting voor
een zee van licht en geeft dagelijks een kleine dosis namaak
zonnestralen. Natuurlijk is het niet allemaal rozegeur en
maneschijn, dat weet ik wel, maar over het algemeen werken we in die
Telco-kelder met plezier. In de Mechanische Afdeling T.C. krijgt een aantal
mensen nogal gevarieerd werk te maken. Daarom zijn ze met zorg
geselecteerd en moeten van metaalbewerking en de verwerking van
kunststoffen wel het een en ander afweten. Zij moeten de juiste
instelling hebben ten opzichte van de zware kwaliteitseisen, die
door onze veeleisende afnemers worden gesteld. De hulpmiddelen, die deze werkers ter beschikking
staan, zijn geen dure precisiemachines, maar wel zoveel mogelijk
universeel, zodat er de meest moeilijk te verwezenlijken ontwerpen
in redelijke tijd mee kunnen worden gemaakt. Onder deze hulpmiddelen
verstaan wij niet alleen de normale handgereedschappen, die elke
metaalbewerker altijd in kastje en lade bij zich heeft, maar ook de
revolver-, draai- en schaafbanken, afkantpers, excenterpersen,
carousselpersen, lintzaag- en bandvijlmachine, halfautomatische
lasmachines, puntlasmachine, boormachine, enz., enz. Deze machines
staan door de gehele afdeling verspreid en zijn voor een gedeelte
door een vaste man bezet, terwijl het overblijvende deel voor
algemeen gebruik is. De verscheidenheid van produkten verlangt een indeling
in de werkplaats van vijf groepen en wel een groep machinale
bewerking, een groep gereedschapmakers en fijnbankwerkers, een groep
plaatwerkers en fijnbankwerkers, een groep lichtconstructiewerkers,
waarbij inbegrepen de lasserij, en als laatste zelfstandige groep:
de controle. Elk produkt vraagt zijn eigen werkmethode en om het zo
goedkoop mogelijk te maken, wordt er dus zoveel mogelijk van de
hulpmiddelen gebruik gemaakt. Massafabricage komt hier niet voor,
maar meer kleine series en enkelfabricage. Dit brengt de
consequentie mee dat juist door de kleine aantallen die in bewerking
komen, er geen dure gereedschappen mogen worden gemaakt, maar moet
worden volstaan met ongecompliceerde stempels en mallen,die juist
goed genoeg zijn om een bepaalde seriegrootte te kunnen klaar maken. Deze gereedschappen worden voor het grootste deel door
de groep gereedschapmakers zelf ontworpen en voor 100% in eigen
afdeling vervaardigd, gecontroleerd, gecodeerd en klaar voor gebruik
opgeborgen in het gereedschapmagazijn van de afdeling. Zodra nu de produkttekeningen met het materiaal op de
afdeling verschijnen, wordt het materiaal gekeurd op het krasvrij
zijn en op afmetingen, dan opgeborgen in een materiaalstelling, waar
de baas van de betreffende groep de materialen met gereedschap kan
uitnemen en met bijgevoegde tekening en eventueel bewerkingsplan
afgeven aan de vrijgekomen man, die het produkt gaat maken.
Nu heeft elk produkt zijn eigen codenummer en het is
dus een kwestie van "onthouden en nalopen" om het
gereedprodukt weer op tijd de afdeling af te krijgen. Maar als u
weet, dat er gemiddeld 300 verschillende produkten op de afdeling in
aanmaak zijn, dan begrijpt u wel, dat het niet zo eenvoudig is als
ik het hierboven vertelde. Want niet alleen hebben wij zo'n groot aantal
produktienummers in omloop, maar elk produkt wordt meestal in
verschillende aantallen aangemaakt. Bovendien worden deze produkten
uit veel verschillende materialen gemaakt, die elk hun eigen
verwerkingsmethode eisen. Zo maken wij chassis (klein en groot) van: staalplaat,
messing en aluminium. Asjes van: roestvrij staal, automatenstaal,
hoog- en laaggelegeerd staal. Lagers en huizen van: aluminium,
brons, roestvrij staal hydronalium. Stel- en afstandringen van:
aluminium, automatenstaal en messing. Halskartelschroeven en -bouten
van: roestvrij staal en automatenstaal. Dit alles en nog veel meer
zit in de zogenaamde professionele apparaten, waarin zich duizenden
onderdelen van grote verscheidenheid bevinden. Al deze onderdelen
moeten dus steeds in de gaten worden gehouden om op het juiste
tijdstip aan de montageafdelingen te kunnen worden afgeleverd. Dit
alleen vraagt al een uitgebreide administratie. Maar wat moeilijker is, deze onderdelen moeten stuk
voor stuk voldoen aan hoge eisen van nauwkeurigheid en afwerking.
Wij kunnen hier niet meer spreken van "duimen en strepen",
maar praten over tiende en/of honderdste millimeters, alsof deze
nauwkeurigheid ons niets meer doet. Pas wanneer we aan
tolerantievelden van 1 of 2 micron, moeten gaan voldoen, dan
knipperen wij nog even met de oogleden, maken ons "kwaad"
en "fiksen het toch maar weer". En dat zonder
slijp- en hoonmachines, maar op de oude manier van: de man met
liefde voor zijn werk en voor zijn gereedschap. En dat gereedschap
kan zijn een draaibank, freesmachine of schuifmaat en micrometer,
dat desnoods van oudere leeftijd mag zijn, maar de hoofdzaak is ten
slotte de man, die dat gereedschap met zorg behandelt en onderhoudt. Zijn de produkten klaar, dan kunnen wij ze niet zomaar
wegsturen naar de montageafdelingen. Neen, eerst moeten zij geheel
gecontroleerd worden op maatvoering, uiterlijk en het juiste aantal.
Na goedkeuring gaan de meeste produkten naar de Nabewerking om daar
een behandeling te ondergaan, die het produkt beter bestand maakt
tegen atmosferische invloeden. Daarna komen de produkten nogmaals in
de Mechanische Afdeling om daar gedeeltelijk te worden gemonteerd.
Vervolgens gaan zij weer naar de Nabewerking voor de uiteindelijk
afwerking. Ten slotte komen zij weer terug in de kelder, maar gaan
dan naar de Inkomende Goederencontrole om te worden beoordeeld op
uiterlijk. U begrijpt wel, dat dit heen en weer gesjouw weer kans
geeft op beschadigingen aan het gereed produkt. Om dit te voorkomen
moet het van het begin af als het ware met fluwelen handschoenen
worden aangepakt. Bij het transport en de verdere bewerkingen moet
alles wat mogelijk is worden gedaan om de schadeduivel te weren. En
dit geldt voor 95% van de artikelen die de Mechanische Afdeling
verwerkt. Alleen met dure nabewerkingsmethoden zouden we de
beschadigingen er weer uit kunnen halen. Bovendien krijgen de makers
van deze artikelen een steek in het hart wanneer zij een van hun
produkten in mishandelde toestand weer in handen krijgen. Vindt u
het overdreven? Ik kan u verzekeren dat door zorgvuldige behandeling
vele extra kosten kunnen worden bespaard. Wanneer dit stukje ertoe bijgedragen heeft u een
algemeen inzicht te geven in de moeilijkheden, die bij de
veelzijdige produktie van de Mechanische Afdeling T.C. voorkomen, en
bij allen, die direct of indirect betrokken zijn bij het verwerken
van deze produkten, het voornemen heeft gewekt de schadeduivel geen
kans meer te geven,dan ben ik dubbel en dwars tevreden. (Bij dit artikel was helaas geen foto geplaatst) |
||
VDH |