Van der Heem N.V. 

en aanverwante bedrijven - Den Haag, Utrecht en Sneek

 

Home

Historie

ERRES producten

Professionele apparatuur

Solex

ENAF, Indoheem, etc.

Diverse info

Foto's

Logo's

Links

Oproepen en berichten

Sitemap

Verantwoording

 

Overname door Philips

+ de Indoheem-structuur

 

 

In het maart nummer 1966 (15) van het personeelsblad dat inmiddels Indoheemklanken was gaan heten, verscheen het volgende bericht:

"De besturen van de N.V. Philips' Gloeilampenfabrieken en Indoheem N.V. beraden zich over de mogelijkheid om met handhaving van de volledige zelfstandigheid van Indoheem N.V. tot hechtere samenwerking te komen.

De gedachten gaan ernaar uit de reeds bestaande gemeenschappelijke activiteiten op het gebied van stofzuigerproduktie in de Verenigde Stofzuigerfabrieken N.V. uit te breiden tot die van ontwikkeling en produktie op het gebied van radio, televisie en elektronische apparatuur in een gemeenschappelijke dochteronderneming.

Een onderzoek naar de mogelijkheden hiervan is op het ogenblik in volle gang en het ligt in de bedoeling van beide besturen verdere publikaties te zijner tijd te doen volgen." 

 

De raad van bestuur meldde in het zelfde nummer o.a.:

"Het bovenstaande bericht, dat op 22 februari j.l. werd gepubliceerd, is het resultaat geweest van langdurige besprekingen en rijp beraad.

Ofschoon met betrekking tot de huidige onderhandelingen nog geen definitieve afspraken zijn gemaakt - de besprekingen zijn nog in volle gang - zijn wij ervan overtuigd dat de met Philips te sluiten overeenkomsten ons concern in de toekomst ten zeerste ten goede zullen komen."

Over dat laatste lopen ook heden ten dage de meningen nog uiteen.

Sommige oud-werknemers hebben het na ruim 40 jaar nog niet helemaal verwerkt en zijn als therapie een website begonnen...

Indoheem Klanken, nr. 19 van augustus 1966, gaf wat meer duidelijkheid over de verdeling, met het volgende artikel: 

De Indoheem-structuur

Het is mogelijk en zeer waarschijnlijk, dat er binnen de werkgemeenschap die Indoheem heet, een niet gering aantal personen is dat zich nog geen heldere voorstelling kan maken van de elementen, waaruit onze vennootschap is opgebouwd.

Deze veronderstelling geldt misschien minder voor hen, die reeds langer met het concern zijn verbonden, doch zal in hoge mate van toepassing zijn op diegenen, die pas kort deel uitmaken van ons personeel.

Deze situatie is begrijpelijk als men bedenkt, dat Indoheem zelf nog geen twee jaren geleden het levenslicht aanschouwde. Gedurende die tijd hebben zich reeds belangrijke veranderingen voorgedaan, die mogelijk niet helemaal duidelijk zijn voor die medewerkers, die zich nu eenmaal door de aard hunner werkzaamheden niet van dag tot dag met deze zaken behoeven bezig te houden.

Het doel van dit artikel is hun een zo goed mogelijk beeld te geven van de situatie.

Laten we daarvoor eerst teruggaan naar het tijdstip, waarop Indoheem N.V. officieel tot stand kwam, nl. 4 januari 1965. Toen werd bij notariële akte de naamloze vennootschap Indoheem N.V. opgericht als gevolg van de tussen Van der Heem N.V. en Indola N.V. gesloten fusie-overeenkomst. Van der Heem had vier belangrijke productiecentra: het complex Maanweg en het gebouw Laakweg/Slachthuiskade te Den Haag, de Utrechtse fabrieken aan de Abstederdijk, Keulsekade en Bloemstraat en de fabriek in Sneek.

Indola had als belangrijke fabrieken die te Rijswijk, Voorburg en Utrecht. Wanneer hier gesproken wordt van Van der Heem en Indola, worden daaronder ook verstaan hun resp. dochtermaatschappijen.

Indoheem verkreeg bij haar oprichting door middel van aandelenruil praktisch alle aandelen, zowel van Indola als van Van der Heem, waardoor de beide laatstgenoemden, met inbegrip van de onder hen ressorterende dochtermaatschappijen, zelf dochters werden van Indoheem.

Verdere uitbreiding van de Indoheem-familie vond plaats in april 1965, toen de N.V. Fabriek voor Plastiekprodukten van Niftrik te Putte zich bij Indoheem aansloot, doordat Indoheem praktisch het gehele aandelenkapitaal van deze vennootschap verwierf.

Ongeveer een jaar later, in mei 1966, sloten Indoheem en Philips als gevolg van een aantal omstandigheden, waarop we in dit artikel niet zullen ingaan, een overeenkomst die voor ons concern vérstrekkende gevolgen heeft. Door middel van pers- en andere publikaties is hieraan ruime bekendheid gegeven.

De overeenkomst hield is dat Philips alle in het bezit van Indoheem zijnde aandelen Van der Heem – tegen betaling van een aanzienlijke som gelds – overnam, waardoor Van der Heem N.V. van moeder verwisselde en een dochtermaatschappij werd van Philips. Echter werd bepaald dat niet alle Van der Heem-activiteiten aan Philips zouden worden overgedragen, doch slechts een gedeelte, terwijl het andere gedeelte zou blijven behoren tot het werkterrein van Indoheem.

Wat hield deze afsplitsing nu precies in?

Alle activiteiten van Van der Heem op het gebied van Radio, Televisie en Grammofoons (RTG), plus die op het gebied van de elektronica, werden door Philips overgenomen.

Alle activiteiten van Van der Heem op het gebied van de Elektrische Huishoudelijke Toestellen (EHT), daaronder begrepen de handboormachines plus de fabricage van  Solex-bromfietsen, bleven bij Indoheem.

In feite betekende dit, dat het fabriekscomplex aan de Maanweg te Den Haag en de radiofabriek te Sneek praktisch geheel door Philips werden overgenomen, terwijl het gebouw Laakweg/Slachthuiskade te Den Haag plus de Utrechtse fabrieken voor Indoheem behouden bleven. Doordat Van der Heem N.V. als vennootschap bij het Philips-concern was gaan behoren, hadden de Utrechtse Van der Heemfabrieken, die bij Indoheem bleven geen juridisch onderdak meer. Om in dit vacuüm te voorzien, werd besloten deze fabrieken en de daarbij behorende activiteiten administratief onder te brengen bij de Eerste Nederlandse Autorijwielfabriek N.V., de tot het Indoheem-concern behorende dochtermaatschappij, die zich bezighoud met de Solexfabricage.

Omdat als gevolg van de inbreng van de Utrechtse activiteiten de oude naam niet meer voldeed werden stappen ondernomen om deze naam te veranderen in Eerste Nederlandse Apparatenfabriek (ENAF) N.V. Deze naamsverandering, die geïncorporeerd zal worden in de aangevraagde statuten-  wijziging, zal naar verwacht wordt binnenkort zijn beslag krijgen. In het hieronder afgedrukt overzicht kunt u zien uit welke dochtermaatschappijen het Indoheem van nu is opgebouwd, waar deze “dochters” zich bevinden en wat zij doen.

Behalve de hier getoonde activiteiten moet ten slotte volledigheidshalve worden vermeld, dat Indoheem samen met Philips stofzuigers fabriceert in de Verenigde Stofzuigerfabriek N.V. te Leeuwarden. Philips en Indoheem nemen ieder voor de helft deel in het aandelenkapitaal van die vennootschap.

In het volgende artikel zullen wij wat nader ingaan op de dochtermaatschappijen zelf, hun leiding en andere feiten, die voor elke Indohemer van belang kunnen zijn.

                                                                                                          Mr. M. Polak

 

INDOHEEM  N.V.

Eerste Nederlandse Apparatenfabriek (ENAF) N.V. Den Haag: Laakweg 142

Utrecht: Abstederdijk, Keulsekade, Bloemstraat

Solex-bromfietsen, elektr. huish. toestellen, ventilatoren, elektrisch handgereedschap, professionele motoren
N.V, Elektrotechnische Mechanische Industrie  (E.M.I.) Utrecht: Fentener van Vlissingenkade 1 Elektromotoren, ventilatoren, professionele motoren
Indola N.V. Rijswijk (Z.H.): Nijverheidstraat 1

Voorburg: Westeinde 80

Cosmetica, interieurverzorging
N.V. Ind. Ond. W.H. Braskamp (I.O.B.) Rijswijk (Z.H.): Handelskade 39 Elektr. huish. toestellen, ventilatoren, kappersapparatuur
N.V. Pharmaceutisch-Chemische Fabriek v/h E.M. Braskamp (E.M.B.) Rijswijk (Z.H.): Delftweg 5 Pharmaceutische artikelen
N.V. Fabriek voor Plastiekprodukten Van Niftrik Putte (N.Br.): Bosweg Thermoplastische, plaatverwerkende, folieverwerkende plasticprodukten
Interheem N.V. Scheveningen: Keizerstraat 2 Exportorganisatie

De hierboven geschetste situatie is, zoals die was halverwege 1966. Binnen enkele jaren kwamen hier al weer veranderingen in door naamswijzigingen en opsplitsingen.

VDH