Van der Heem N.V. 

en aanverwante bedrijven - Den Haag, Utrecht en Sneek

 

Home

Historie

ERRES producten

Professionele apparatuur

Solex

ENAF, Indoheem, etc.

Diverse info

Foto's

Logo's

Links

Oproepen en berichten

Sitemap

Verantwoording

HB

Omroep- en

Alarminstallaties

1940

Uittreksel uit de Van der Heem folder voor bedrijfsinstallaties. Aangezien na de inval in mei 1940 er een eind kwam aan de ruim 800 particuliere Radiodistributie-bedrijven, ging Van der Heem zich meer toeleggen op omroepinstallaties in bedrijven.

In het voorafgaande is een duidelijke uiteenzetting gegeven over het wezen en doel van een omroep- en alarminstallatie, zoals Van der Heem N.V. deze uitvoert. Naast deze algemene beschrijving is een kort overzicht van de technische inrichting van een dergelijke installatie zeker op zijn plaats.

Een omroep- en alarminstallatie bestaat in hoofdzaak uit vier groepen van instrumenten en inrichtingen. Deze groepen zijn: 

  1. Een signaalbron, waaronder is te verstaan elke inrichting, die electrische trillingen kan opwekken, welke overeenkomen met het gesproken woord, muziek of een hoorbare trilling.
  2. Een inrichting, die het mogelijk maakt, de elektrische trillingen van een onder A. genoemde signaalbron tot de vereiste sterkte op te voeren, d.w.z. tot die sterkte, die nodig is om de verdere onderdelen van de installatie naar behoren te doen werken.
  3. Luidsprekers, door middel waarvan de van de signaalbron komende en naderhand versterkte trillingen weer in geluidstrillingen van voldoende sterkte worden omgezet.
  4. Een leidingnet, waarmede de verbinding tussen de luidsprekers en de onder B. genoemde versterkerinrichting tot stand wordt gebracht. 

Elk van de genoemde groepen zullen wij aan een korte beschouwing onderwerpen.

A.  DE SIGNAALBRONNEN.

Voor het omzetten van geluidstrillingen, b.v. van het gesproken woord, in overeenkomstige electrische trillingen wordt gebruik gemaakt van een microfoon. Een dergelijke microfoon moet natuurlijk in staat zijn de geluidstrillingen van de spraak duidelijk en verstaanbaar weer te geven.

Bij de V.D.H.-installatie wordt gebruik gemaakt van een zgn. "kristalmicrofoon", die een zeer goede weergave waarborgt en die bovendien het voordeel heeft dat er geen extra spanningsbron nodig is, wat bij verschillende andere soorten van microfoons wel het geval is. Een kristalmicrofoon heeft echter het nadeel, dat de opgewekte electrische trillingen uiterst zwak zijn en eerst aanmerkelijk moeten worden versterkt voordat ze de normale, in de telefoontechniek gebruikelijke sterkte hebben bereikt. De hiervoor nodige versterker, die speciaal voor dit doel is geconstrueerd, wordt aangegeven als microfoonversterker.

Voor het geven van een signaal in de vorm van een toon van een bepaald karakter wordt gebruik gemaakt van een inrichting, die direct een met een gewenste toon overeenkomende electrische trilling opwekt. Hiertoe wordt gebruik gemaakt van een z.g. "toongenerator", dat is een inrichting, waarin electronenbuizen (radiolampen) worden gebruikt, die, op een bepaalde wijze geschakeld, in staat zijn een electrische trilling op te wekken. 

Om te voldoen aan het speciale doel van de installatie, n.l. het geven van een alarmsignaal bij luchtgevaar en het geven van een "vrijtoon" bij het eindigen van de alarmtoestand, is de toongenerator in een bijzondere constructie uitgevoerd. De Inspecteur van de Luchtbeschermingsdienst heeft bepaalde eisen opgesteld betreffende de aard en de soort van alarmsignalen en daaraan wordt geheel voldaan. Het alarm moet worden gegeven met een "huil"- of "janktoon", dat is een toon, die in een bepaald ritme regelmatig van  hoogte verandert tussen twee grenzen. De vrijtoon bij het eindigen van de alarmtoestand is een toon van constante hoogte, die dus goed te onderscheiden is van de huiltoon tijdens de alarmtoestand.

De in de V.D.H.-installatie gebruikte "huiltoongenerator" van speciale constructie (Ned. octrooi aangevraagd) voldoet geheel aan deze eisen. Het is een tamelijk ingewikkelde installatie, die echter in de bediening uiterst eenvoudig is, zodat er geen speciaal geoefend personeel nodig is om deze inrichting in of buiten werking te stellen. 

De inrichting is ook zeer klein gehouden, wat moge blijken uit de afbeelding, die een vergelijking van de afmetingen van de huiltoongenerator met andere onderdelen van de installatie mogelijk maakt. 

 

Als bijzonder voordeel van de huiltoongenerator moge nog worden vermeld, dat er in de inrichting daarvan geen gebruik is gemaakt van bewegende delen, die, wil men zeker zijn van een goed functioneren, een regelmatige inspectie en controle zouden vereisen. Door het ontbreken van bewegende delen wordt verkregen, dat ook,, na lang buiten gebruik te zijn geweest, de werking niet wordt geschaad. De sterkte van de door de huiltoongenerator afgegeven trilling komt overeen met normale telefoonsterkte en is dud gelijk aan de sterkte van de trillingen, die van de microfoonversterker komen.

Er blijft nog de mogelijkheid open, dat behalve het gesproken woord of een signaal, muziek moet worden doorgegeven. Hiervoor staan verschillende middelen ten dienste: een radiotoestel, een electrische gramofoon of een speciale aansluiting op een telefoonlijn, waarop muziek wordt doorgegeven. Bij een radiotoestel en een telefoonlijn is men natuurlijk afhankelijk van de programma's, die worden doorgegeven, waarbij het radiotoestel een ruimere keuze biedt. Toch zal het laatste dikwijls met minder succes kunnen worden gebruikt, vooral in een fabriek, waar electrische machines in bedrijf zijn, die storingen kunnen verwekken, terwijl in grote steden tramstoringen b.v. de ontvangst kunnen hinderen. Een gramofoon geeft de mogelijkheid van een vrije keuze van het programma.

Resumerend komen dus de volgende signaalbronnen in aanmerking:

  1. een microfoon met microfoonversterker;
  2. een huiltoongenerator met omschakeling op constante toon;
  3. een radiotoestel;
  4. een telefoonlijn;
  5. een gramofoon.

 

B.  ENERGIEVERSTERKERS.

 

De genoemde signaalbronnen zijn echter niet in staat om meerdere luidsprekers van voldoende energie te voorzien, zodat tussen de bron en de luidsprekerinstallatie een energieversterker moet worden ingeschakeld. Een energieversterker heeft tot doel, de elektrische trillingen van geringe sterkte, die door signaalbronnen worden geleverd, in zodanige mate te versterken, dat weergave door middel van een groot aantal luidsprekers mogelijk is. Hieruit volgt onmiddellijk, dat de grootte van de versterkers met betrekking tot het vermogen afhankelijk is van het aantal luidsprekers, waarmede de installatie wordt uitgerust. 

 

De energieversterker, die samen met de onder A. genoemde apparatuur in de controle- en bedieningsruimte wordt opgesteld, kan in courante typen in verschillend vermogen (dus verschillende aantallen luidsprekers worden geleverd. Als meest voorkomend kunnen wij uit de V.D.H.-serie noemen, de versterkers voor nuttig vermogen van 15, 25, 50 en 80 Watt. Versterkers voor groter vermogen zijn ook leverbaar, doch deze komen eerst voor projecten van zeer grote uitgebreidheid in aanmerking. 

 

De versterkers van de V.D.H.-serie zijn alle zo ingericht, dat ze het volle vermogen kunnen afgeven bij een spanning van de signaalbron (inkomende spanning), die overeenkomt met de sterkte van normale telefoonsignalen (normaal niveau). Met behulp van een schakelaar kan naar keuze worden aangesloten op vier van de onder A. genoemde signaalbronnen. Onder bepaalde omstandigheden kan het nodig zijn de klank te corrigeren, wat mogelijk is door middel van de, in de versterker aangebrachte toon- of timbre-regelaar. 

 

Bovenstaande installatie was omstreeks 1940 in gebruik bij de Dr. v.d. Berg-stichting in Noordwijk.

C.  LUIDSPREKERS.

Als luidspreker wordt in het V.D.H.-omroepsysteem een electrodynamische luidspreker met een zeer krachtige permanente maagneet toegepast, waardoor de gevoeligheid van het systeem zeer groot is. De luidsprekersystemen zijn in houten kastjes gemonteerd. Keuze uit enige kastjes is mogelijk, zodat het uiterlijk van de luidspreker in overeenstemming kan worden gebracht met de aankleding van de ruimte, waarin hij moet worden aangebracht.

Het aantal luidsprekers, dat in een gebouw moet worden gebruikt, is afhankelijk van het aantal vertrekken en van het lawaai, dat gewoonlijk in deze ruimten heerst. Er wordt gerekend, dat de luidsprekers gemiddeld een vermogen van 1 Watt opnemen, zodat het zonder meer mogelijk is, het vereiste versterkervermogen te bepalen, wanneer het aantal luidsprekers bekend is. 

D.  LEIDINGEN.

Voor de installatie zijn leidingen nodig, die van het centrale punt, waar de versterker met verdere apparatuur is opgesteld, uitgaan naar de verschillende luidsprekers. In sommige gevallen verdient het aanbeveling, de luidsprekers in enkele groepen te verdelen, die naar keuze kunnen worden ingeschakeld.

Voor de leidingen wordt bij voorkeur gebruik gemaakt van aders met een koperdoorsnede van 2,5 mm˛. De leiding kan bestaan uit een dubbeladerige loodkabel, al dan niet gepantserd, of uit RA-draad, in buizen getrokken. Bij de afwerking moet er op worden gerekend, dat de leidingen overeenkomen met normale sterkstroomleidingen, zodat de voor deze leidingen geldende installatievoorschriften in acht dienen te worden genomen. 

Van der Heem N.V., fabrikante der Erres-radiotoestellen, stofzuigers en installaties voor radio-centralen, beschikt op het gebied van omroep- en alarminrichtingen over een grote ervaring. Gebruikers van een dergelijke installatie kunnen zich van een royale service verzekerd houden.  

Complete omroep- en alarminstallatie met microfoonversterker, huiltoongenerator, energieversterker en volledige schakelinrichting, ook voor afstandsbediening.

(Rijks Telefoon en Telegraaf kantoor, Rotterdam)

Andere info over Radio-centrales: 

Radiocentrales 1 (principe), Radiocentrales 2 (versterkers), Radiocentrales 3 (verschillende systemen), Radiocentrales 4 (Radiocentrales en omroepsystemen)

Nog meer info: ontvangapparaten (door ing. J. Roorda)

VDH