Van der Heem N.V. 

en aanverwante bedrijven - Den Haag, Utrecht en Sneek

 

Home

Historie

ERRES producten

Professionele apparatuur

Solex

ENAF, Indoheem, etc.

Diverse info

Foto's

Logo's

Links

Oproepen en berichten

Sitemap

Verantwoording

Radio in Amerika

anno 1947

Door de chef van het Radiolaboratorium werd zo af en toe ook een bezoek aan het buitenland gebracht, enerzijds om te beoordelen hoe 'onze toestellen' het daar deden. Ook in vergelijking met de concurrentie en anderzijds om te bepalen aan welke eisen de toestellen moesten voldoen, onder omstandigheden die soms sterk afweken van de omstandigheden in Nederland. Het volgende artikel uit 'het VDH-tje' nr. 105, van 13 december 1947 geeft daar een goed beeld van:

RADIO  EN  TELEVISIE  IN  AMERIKA, gezien door W.A. Van Waasdijk.

In opdracht van de directie heeft de heer W.A. van Waasdijk, chef van het radio- laboratorium, onlangs een reis gemaakt. Zijn ervaringen heeft hij woensdagavond verteld aan allen die bij de radiofabricage betrokken zijn. Daarbij deden zich vele interessante gezichtspunten op.

Van de reis naar Amerika valt eigenlijk niets te vertellen, want in zo'n vliegtuig zie je niets. Het instappen op Schiphol is het indrukwekkendste. Binnen een dag sta je in New York en valt daar in handen van de heren van Stokvis die je op dreef helpen.

In New York is een straat, Cortland Street, die uitsluitend bestaat uit radiowinkels, waar je voorts ook nog allerlei electrische huishoudelijke apparaten kunt kopen.

Ruwweg verkoopt men 2 soorten toestellen. Kleintjes met bakelieten kasten, dikwijls in felle kleuren, en hele grote met machtige kasten met deurtjes en zo.

Die kleintjes kan men al kopen voor $ 15; een goede kost $ 65. Dat zijn niet de dollars van f 2,66, doch dollars die men moet vergelijken met guldens, gezien de Amerikaanse en Hollandse lonen.

Naast deze radiotoestellen staat een hele reeks televisie-ontvangers en frequentie modulatie toestellen, in prijzen lopend van $ 400 tot $ 2700. Een prijs van $ 1600 is heel gewoon.

Voor de frequentie modulatie, een nieuw soort radio-ontvangst, totaal verschillend van de amplitude modulatie, zoals wij die hier hebben, wordt erg veel reclame gemaakt. De toestellen zijn heel duur en hebben het voordeel dat er veel grotere kwaliteitsmogelijkheden in zitten.

Luisteren wij eens rustig naar die Amerikaanse radio's dan valt het ons op, dat ze zo goed zijn, terwijl wij ze hier in Holland altijd zo slecht vonden. De grote kasten zijn zelfs uitstekend te noemen. Bij informatie blijkt dat de Amerikaanse zenders veel beter zijn dan de onze.

De selectiviteit speelt geen rol. In New York staan 14 zenders elk van 50 kW, daardoor heeft men daar altijd prima ontvangst.

Gaan wij onze ERRES apparaten vergelijken met de Amerikaanse, dan komen de onze er heel goed af. In de eerste plaats gaan zij niet kapot. Bij een zakenrelatie, waar wel 10 toestellen stonden, waaronder de KY 466, waren alle toestellen al stuk geweest, behalve de ERRES.

Laat men de toestellen spelen dan komt aan het licht dat het geluid van onze KY 466 niet meevalt. Het is te donker en te zwaar van toon. De reden is dat de KY 466 gemaakt voor Holland, de zware tonen moet ophalen, hetgeen in Amerika overbodig is. In het hoge toongebied zijn onze toestellen veel beter. De Amerikaan vindt hoge tonen onrustig en werkt deze weg.

Mechanisch zijn onze toestellen veel ingewikkelder, bovendien zijn ze selectiever. In Amerika luistert men niet naar buitenlandse zenders, vandaar dat onze selectiviteit 2 tot 3x zo groot moet zijn.

Over televisie zijn de meningen verdeeld. Men oordeelt dat deze zich nog in het stadium bevindt waarin de radio zich in 1922 bevond. Technisch werkt het wel. De bediening is niet eenvoudig en eigenlijk niet te doen voor de leek. Mooi is de ontvangst ook nog niet, de kleur is gewoonlijk blauwig. De programma's omvatten voornamelijk baseball- en bokswedstrijden, waar de Amerikanen erg gek op zijn, en eens per week een hele oude cowboyfilm compleet met postkoetsen en veel schieten.

Een bezwaar is verder dat de toestellen enorme luidsprekers met geweldig geluid hebben, terwijl het beeldvenster maar 30 cm is. Beeld en geluid zijn dientengevolge niet met elkaar in overeenstemming.

Om fundamentele redenen is het momenteel niet mogelijk de televisietoestellen goedkoper te maken. Het wachten is op een uitvinding waardoor het hele beeld tegelijk opgenomen kan worden en niet behoeft te worden afgetast.

Frequentie modulatie is iets heel bijzonders. De f.m. toestellen kunnen alleen de uitzendingen van de f.m. zenders ontvangen, welke slechts een geringe reikwijdte hebben (zover het oog reikt). De golflengte is 3 m.

Ik heb eens een directe FM uitzending (geen platen) beluisterd tijdens een onweer toen de normale AM toestellen niet te gebruiken waren. Het FM toestel had helemaal geen storing en ik heb daar radiomuziek gehoord zoals ik dacht dat helemaal niet mogelijk was. Het orkest had de levendigheid van de concertzaal. Bovendien is de achtergrond doodstil, geen ruisen of niets, waardoor de hogere frequenties van 10.000 tot 15.000 kunnen worden gebruikt. FM is echter duur. Een goede speaker kost nu nog $ 195.

De ontwikkeling van radiotoestellen gaat daar anders dan bij ons. Wij gaan uit van een schematische opzet en werken die uit op basis van kwaliteit en prijsklasse. De Amerikaan begint aan de andere kant. Hij gaat uit van een kostprijs en gaat vaststellen wat het publiek voor die prijs nog accepteren wil. Daarna kleedt men het toestel tot dit minimum uit.

Nieuwe stempels maakt men eenvoudig niet, gereedschappen evenmin. Alles wordt tot op de laatste cent weggeredenaard, hetgeen ook wel nodig is gezien de soms zeer lage prijzen die men voor het eindproduct krijgt. Het hele streven is naar eenvoud, ook bij de dure toestellen.

Wat hen interesseert is: hoe maakt men het en wat is er electrisch voor nodig.

Ik ben in een fabriek geweest waar men zender-ontvangers maakte te vergelijken met de KY 466. Er werkten daar 120 mensen in een gebouwtje zo groot als 1/3 Stortenbekerstraat. Productie: 750 toestellen per week. Een fabriek zo mooi als de onze vindt men daar bijna nergens. Helaas kunnen wij nog niet tippen aan de Amerikaanse productie.

Er is geen premie, doch men betaalt hoge lonen. Veertig tot vijftig dollar per week, doch eist daar een zeer hoge prestatie voor. Wie niet voldoet vliegt er onmiddellijk uit. Het systeem is hard doch de Amerikanen hebben het er ver mee gebracht. Daardoor is iedereen bezield met een verschrikkelijke concurrentiegeest, wil alles beter doen dan een ander.

Het maken van meetinstrumenten gaat meer als bij ons. Men werkt daarbij met zeer gespecialiseerde krachten. Bij de ons zo goed bekende General Radio Company in Cambridge, Mass. is het een grote familie. Het is een eer in de fabriek te mogen werken. Gemiddelde diensttijd 11 jaar. Men maakt daar zeer goede producten in seriefabricage.

De laboratoria van de radiofabrieken zijn anders dan bij ons. Zij zijn tegelijkertijd lab., tekenkamer, knutselruimte en kantoor. Bijvoorbeeld met een viertal mensen, radioingenieur, tekenaar en monteur bouwt men daar proefmodellen. Daardoor zijn de ontwerpen sneller klaar dan bij ons.

Volgende week spreken wij nader over de eigenlijke fabricage.

 

opm.: Helaas is er de "volgende week" geen vervolg-artikel verschenen, ook niet in de 5 daarop volgende weken. Dus het vermoeden bestaat, dat het er niet meer van gekomen is...

Een ander artikel van de hand van de heer Van Waasdijk, gaat over het Radiolaboratorium.

Klik hier , voor meer info over de heer Van Waasdijk, o.a. zijn 3 jubilea bij Van der Heem.

VDH