Van der Heem N.V. 

en aanverwante bedrijven - Den Haag, Utrecht en Sneek

 

Home

Historie

ERRES producten

Professionele apparatuur

Solex

ENAF, Indoheem, etc.

Diverse info

Foto's

Logo's

Links

Sitemap

Verantwoording

 

Verschillende systemen 

van 

Radiodistributie

 

In de loop der jaren, zijn er sinds het begin van de twintiger jaren, in de diverse landen verschillende systemen van radiodistributie respectievelijk draadomroep geweest. Wellicht is het zinvol om hier nog even te vermelden dat oorspronkelijk vóór de 2e W.O. werd gesproken over radiodistributie, na de 2e W.O. (toen distributie een slechte klank had gekregen) sprak men van draadomroep.

Hieronder treft u een overzicht aan van de meest gebruikte systemen, zoals in het PTT "Handboek voor monteurs der Draadomroep" in 1952 is gepubliceerd;

Verschillende systemen zijn na beproeving weer verlaten, of in het geheel niet uitgevoerd, omdat de kosten of de exploitatie te hoog waren. De meest bekende methodes zullen hier even worden genoemd.
  1. Hoog frequent-draadomroep; hierbij was de bedoeling om over bestaande geleidingen (bv sterkstroom- geleidingen) een hoge frequentie te zenden, welke met een laag frequent-signaal (muziek ed) werden gemoduleerd. De op het centrale punt benodigde filters en verdere apparatuur maakten dit systeem onuitvoerbaar.
  2. Hoog frequent-draadomroep met gebruikmaking van 1 dubbeldraad. Bij dit systeem, dat in Engeland wordt toegepast, heeft men een speciaal dubbeldraadsysteem langs de huizen gespannen, waarop aftakkingen kunnen worden gemaakt. Op deze dubbeldraad worden enige draaggolven geleid, welke weer met het laag frequent-signaal worden gemoduleerd; deze spanningen moeten bij de aangeslotenen worden gedetecteerd, waarvoor een eenvoudig ontvangtoestel wordt gebruikt. Dit systeem kan wat netopbouw betreft zeer voortreffelijk zijn, de kosten, welke echter bij de aangeslotenen moeten worden gemaakt, zullen moeten uitmaken of dit systeem in Nederland kan worden toegepast.
  3. Laag frequent-draadomroep over 1 telefoon dubbelader. In de gemeente 's-Gravenhage is een draadomroepsysteem in gebruik, dat tot op heden zonder extra kabelkosten kan worden benut. De grondgedachte van dit systeem is, om de telefoon dubbeladers van telefoonaansluitingen van particulieren, welke voor 95% van de dag ongebruikt zijn, een groter rendement te geven. In de telefooncentrale wordt op telefoon-niveau het radio-programma gezet, hetwelk bij de telefoonabonné via een versterkertje op luidsprekersterkte wordt gebracht. Er is bij de aangeslotenen een inrichting, welke zorgt dat bij eventueel oproepen van een telefoongesprek het radioprogramma wordt onderbroken, zodat het telefoongesprek normaal tot stand kan komen, terwijl er verder een drukknopje aanwezig is, waarmede men een stapschakelaar in de telefooncentrale kan bedienen, waarop de 4 radioprogramma's zijn gebracht. Bij de voortschrijdende telefoontechniek zal dit systeem moeilijk passen, zodat na verloop van enige jaren deze methode in Den Haag zal worden verlaten.
  4. Draadomroep over 4 telefoon dubbeldraden. In de gemeente Rotterdam is een methode in gebruik, waarbij van 4 telefoon-dubbeldraden gebruik wordt gemaakt, waarop parallel de verbindingen voor radioabonné's worden afgetakt. In de telefooncentrale worden, evenals in het onder 3 besproken systeem, weder op telefoonniveau (max 4 Volt) de radioprogramma's gezet, welke bij de aangeslotenen via een programmakiezer (schakelaar) en een versterkertje op luidsprekersterkte wordt gebracht. Dit systeem heeft als nadeel, dat in alle aftak-telefoonkabels 4 dubbeldraden voor radio-doeleinden moeten worden gereserveerd, terwijl het maken van een aansluiting (ondergronds) veelal duurder is, dan een aftakking op een loodkabelnet (bloknet). De hiervoor genoemde systemen worden in het algemeen spanningssystemen genoemd, omdat alleen spanningen bij de aangeslotenen worden gebracht, welke dan via versterkertjes enz. de energie leveren, welke de luidspreker nodig heeft om goed te kunnen functioneren.
  5. Iets meer uitvoerig zal hier worden beschreven, het in Nederland toegepaste systeem van draadomroep op luidspreker-niveau. Dit systeem geeft energie bij aangeslotenen, zodat het mogelijk is de luidspreker direct te gebruiken; dit brengt echter met zich mede, dat deze energie overal even groot moet zijn. Het mag bv niet zo zijn, dat de ene abonné niets hoort, terwijl de luidspreker bij de andere aangeslotenen te veel geluid produceert. Door een goede combinatie van versterkers en netten is zulks zeer goed te bereiken. Wanner de kabelgeleiders dik genoeg zijn, zodat geen grotere spanningsverliezen optreden dan 3 dB, zijn de verschillen in sterkte onhoorbaar. 

Een tweede eigenschap, waaraan het draadomroepnet moet voldoen, is een zo recht mogelijke frequentie-karakteristiek. Zoals bekend geven de draadomroep-centrales radioprogramma's door; deze bestaan uit muziek en spraak. Nu is de bedoeling, dat wanneer voor een microfoon een toon van 6000 perioden wordt geproduceerd, deze ook weer als een toon van 6000 perioden hoorbaar wordt. 

In het begin van de draadomroep kwam het dikwijls voor, dat een net zo groot was, dat het een voorkeur voor speciale frequenties ging krijgen; als bv van de centrale de toon 6000, met 20 Volt in de kabels werd gestuurd, kwam het wel eens voor, dat op bepaalde plaatsen in het net 40 Volt of meer werd gemeten; dit nu is een ontoelaatbare wijziging in de frequentie-karakteristiek; deze ongewilde verhoging der spanningen bij bepaalde frequenties noemt men resonanties, welke ontstaan bij afstanden van meer dan 2 km voedingskabellengte. Bij het ontwerpen van een draadomroepnet moet men er dus voor waken om geen langere voedingskabels te gebruiken dan 2 km.

 

Dit laatste systeem is vele jaren in Nederland in gebruik geweest en door de PTT geëxploiteerd. Na 1964 is er geen uitbreiding of vernieuwing meer doorgevoerd en in 1975 kwam er een definitief einde aan de draadomroep in Nederland. Dit was o.a. het gevolg van het feit dat vanaf midden zestiger jaren op de F.M.-band ook in Stereo werd uitgezonden. De draadomroep was uiteraard nog steeds Mono.

***

Meer info : Radiocentrales 1 (principe), Radiocentrales 2 (versterkers), , Radiocentrales 4 (Radiocentrales en omroepsystemen)

Nog meer info over: omroep- en alarminstallaties , ontvangapparaten (door ing. J. Roorda)

 

VDH